Tussen de longvliezen kan vocht zich ophopen. Dat kan een gevoel van ademtekort geven. Bij een pleurapunctie neemt de arts vocht weg tussen de longvliezen. Verder onderzoek wijst uit wat de oorzaak van de vochtophoping is. Als er veel vocht is en uw ademhaling belemmerd wordt, kan de arts meer vocht wegnemen tijdens de pleurapunctie. Dit noemt men een “evacuerende punctie”.
Hoe bereid ik me voor?
- U hoeft niet nuchter te zijn.
- Neemt u medicatie die de bloedstolling kan beïnvloeden en/of neemt u plaatjesremmers? Meld dit zeker aan uw arts. Vaak moet u stoppen met deze middelen.
Hoe verloopt de pleurapunctie?
- Een pleurapunctie gebeurt op de dienst endoscopie daghospitalisatie en gebeurt door een arts
- U wordt aangesloten op de monitor en ontvangt zonodig extra zuurstof via een neusbrilletje.
- U gaat op de rand van het bed of de onderzoekstafel zitten met ontbloot bovenlichaam.
- De arts bekijkt met een echo de vochtophoping tussen de longvliezen.
- De arts verdooft de huid en het longvlies met een inspuiting.
- De longarts brengt een naald in tussen twee ribben. Deze naald gaat tot in de ruimte tussen de twee longvliezen en zuigt het pleuravocht op. Dit vocht wordt, indien nodig, opgestuurd naar het laboratorium voor verder onderzoek.
- De prikplaats wordt afgedekt met een pleister. Het eerste halfuur na het onderzoek blijft u in observatie. Op vraag van uw arts worden, indien nodig, röntgenfoto’s gemaakt om het effect van de pleurapunctie goed te kunnen beoordelen.
De ingreep duurt ongeveer 5 à 10 minuten. Een evacuerende punctie neemt meer tijd in beslag, aangezien er langzaam meer vocht wordt opgezogen.